Wat heeft de paashaas en eieren met Pasen te maken?
De paashaas, is volgens een negentiende-eeuws verhaal afkomstig uit Duitsland. Destijds geloofden ze dat de haas een aardse gedaante was van de godin Eastra. De godin Eastra is de godin van de lente en vruchtbaarheid. En na een tijdje werd Pasen gekoppeld aan de haas en de eieren. De paashaas is een personage uit de populaire verbeelding dat volgens de legende tijdens de avonden tussen Goede Vrijdag en Paaszondag manden vol gekleurde en zoete eieren naar de huizen van de kinderen brengt.
Het heeft overeenkomsten met de kerstman, omdat ze de kinderen cadeaus geven op de avond voor hun vakantie. Het paashaas is een van de symbolen van Pasen, vooral in de Angelsaksische landen, waar het gebruikelijk is om paaseieren te geven aan kinderen en vrienden op Paaszondag. Het is zelfs gebruikelijk om ze te versieren en te verbergen. Dit spel waarin kinderen de eieren moeten vinden die het paashaas heeft achtergelaten, is leuk voor kinderen op Paaszondag.
Maar waarom een konijn?
De oorsprong van het paashaas gaat terug tot de Angelsaksische pre-christelijke feestdagen, toen het konijn het symbool van vruchtbaarheid was en geassocieerd werd met de godin Pasen, die de maand april en de eer van de lentefeesten onder de volkeren van Noord-Europa werd gewijd.
In de loop van de tijd werd het paashaas opgenomen en aangepast aan Pasen. Vanaf de 19e eeuw werden chocolade- en suikerpoppen in Duitsland gemaakt.
De legende van het paashaas
De paashaas is een verzonnen kinderritueel, met een pedagogisch karakter. Hij schenkt oorspronkelijk slechts eieren aan kinderen die zich goed gedragen. Via een vertaald Duits boek was de paashaas in ieder geval in 1825 in Nederland bekend. In 1961 wordt de paashaas als 'nieuwe' traditie genoemd door volkskundige S.J. Van der Molen. Mogelijk is het gebruik van de paashaas eveneens door Duitse migranten naar Nederland gebracht, zoals ook de kerstboom door Duitsers in Nederland is geïntroduceerd. In Duitsland wordt de paashaas namelijk al in 1682 genoemd, die het voor elkaar kreeg om gekleurde eieren te leggen.
Deze merkwaardige legende vertelt dat toen ze Jezus in het graf van Jozef van Arimathea stopten, er een verborgen konijn in de grot zat. Hij was erg bang om te zien hoe alle mensen binnenkwamen, huilde en verdrietig was dat Jezus was overleden.
Het konijn stond daar en keek naar het lichaam van Jezus toen ze de steen oplegden die de ingang sloot. Hij zag het en zag hem afvragen wie die Heer zou zijn die iedereen zo liefhad.
Zo keek hij lang naar hem. Hij bracht de hele dag en een hele nacht door toen het konijntje plotseling iets verrassends zag: Jezus stond op en vouwde de lakens waarmee hij was omwikkeld. Een engel verwijderde de steen die de ingang bedekte en Jezus kwam levender dan ooit uit de grot!
Het konijn begreep dat Jezus de Zoon van God was en besloot dat hij iedereen en iedereen die huilde moest waarschuwen dat ze niet langer verdrietig hoefden te zijn omdat Jezus was opgestaan. Omdat konijnen niet kunnen praten, bedacht hij dat als hij een geschilderd ei zou krijgen, ze de boodschap van leven en vreugde zouden begrijpen en dat deed hij ook.
Sindsdien gaat de legende dat het konijn elke Paaszondag in alle huizen gekleurde eieren achterlaat om de wereld eraan te herinneren dat Jezus is opgestaan en dat je vrolijk moet leven.
Het ei werd door vroege christenen beschouwd als een symbool van de opstanding van Jezus. In de middeleeuwen, toen Pasen aankwam, werden de eieren gekleurd en beschouwd als kostbaarheden.
In de 17e eeuw zegende paus Paulus V het ei in een gebed, misschien om het verbod van de kerk in de 9e eeuw om het ei tijdens de vastentijd niet te consumeren, te verlaten.
De komst van Pasen betekende de opheffing van de norm. Je zou kunnen zeggen dat het 'eifeest' werd gehouden, omdat het de vreugde en de terugkeer naar vreugde betekende. Na verloop van tijd werd het veto opgeheven en werd de gewoonte om Pasen te vieren door eieren te eten en weg te geven.
De Paashaas met een mandje op zijn rug vol paaseieren
In Nederland heeft de haas een mandje op zijn rug met daarin paaseieren. Kinderen wordt verteld dat de paashaas deze verstopt, bijvoorbeeld in de tuin of op het balkon tussen de planten. In werkelijkheid wordt dit gedaan door de ouders. Een speurtocht naar die eieren op paasmorgen hoort bij deze traditie. Het betreft vaak eieren gemaakt van chocolade.
Het diertje met een rieten mandje op de rug verstopt eieren, maar eigenlijk zo beroerd dat we ze altijd kunnen terugvinden. Hij probeert zich te verstoppen maar zijn oren steken net boven het gras uit. Hij kan praten, maar loopt duidelijk niet over van intelligentie. Toch lijken de paashaas en zijn ei Jezus van de troon te hebben gestoten als hét symbool van Pasen.
Rooms-katholieken vertelden hun kinderen dat de paaseieren door de paasklokken gebracht werden. De kerkklokken gingen na het luiden tijdens de mis op Witte Donderdag naar Rome om er de paaseieren op te halen. Ze kregen vleugeltjes en vlogen zo door de lucht. Omdat dit de protestanten niet aansprak kreeg de paashaas bij hen de rol van eierbrenger.
Oorsprong
De kerk zou Pasen over een heidens voorjaarsfeest heen hebben geplaatst, in een poging dit feest te kerstenen. Deze theorie rondom de Germaanse mythologie is opgekomen in de Romantiek. Tegenwoordig gaat men er echter van uit dat de kennis van die mythologie is gebaseerd op allerlei twijfelachtige reconstructies en speculaties. In een enkel geval is zo’n 'heidense', mythologische, oud-Germaanse en voor-christelijke verklaring mogelijk, vrijwel altijd echter onwaarschijnlijk, soms speculatief of geheel onjuist. Veel van deze opvattingen zijn keer op keer klakkeloos overgenomen uit populaire publicaties, waarin dit soort theorieën nog altijd worden vermeld, maar die door de serieuze wetenschap al lang zijn opgegeven.
Geschiedenis
Hoewel de oorsprong ervan niet helemaal duidelijk is, wordt aangenomen dat de keuze van het konijn te wijten is aan zijn vruchtbare vruchtbaarheid, wat van grote symbolische waarde is in een seizoen van feestdagen gewijd aan de vruchtbaarheid van het land na de winter.
Het wordt gebruikt in oude Noord-Europese dorpen die de haas als een symbool zagen: de sterke achterpoten zorgen ervoor dat hij altijd gemakkelijk naar boven kan bewegen, terwijl zijn zwakke voorpoten het moeilijk maken om af te dalen.
Sinds voor Christus was het konijn een symbool van de gonadale vruchtbaarheid en onvolwassenheid die werd geassocieerd met de Fenicische godin Astarté, Ishtar of Asera, aan wie hij ook de maand april wijdde. In sommige Midden-Europese landen wordt de paasvakantie 'Easter' genoemd. Reeds in 1835 verklaarde Jacob Grimm in Deutsche Mythologie de mogelijke relatie met Ostara, een voorstel dat herhaaldelijk werd overgenomen door andere auteurs, waaronder Charles Isaac Elton en Charles J. Billson.
Pasen was 'oorspronkelijk de feestdag van de lente ter ere van de Duitse godin van het licht en de lente, die in het Engels bekendstond als Pasen'.
Het konijn als symbool van vruchtbaarheid en vernieuwing in de Duitse regio is veranderd in een traditie rond de Osterhase. In deze traditie was er een Duitse legende waarin een arme vrouw, die haar kinderen geen snoep kon geven, versierde eieren in de tuin verstopte. De kinderen zagen een konijn en dachten dat hij eieren had gelegd. Sindsdien maakten de kinderen een nest in de tuin, wachtend op de eieren van het paashaasje, dat 's nachts vol zit.
Een andere mogelijke oorsprong van het paashaas is Saksen, waar de godin Eostre in het voorjaar werd geëerd. De haas is het iconische dier van de godin en werd geassocieerd met Pasen. In de Keltische en Scandinavische tradities was de haas ook het symbool van de moedergodin.
Is de paashaas katholiek?
Aanknopingspunten zijn er zeker. De haas en vooral het konijn (in Amerika is de paashaas een konijn) spelen een belangrijke rol in het katholicisme, waarin ze vaak worden geassocieerd met Maria. Mogelijk komt dat doordat een haas voor een tweede keer bevrucht kan raken terwijl zij nog zwanger is van de eerste leg.
Zo is de haas een symbool voor bijzondere zwangerschappen en als iemand een bijzondere zwangerschap kende, was het wel Maria. Op het schilderij Madonna del Coniglio van Titiaan uit 1530 is ze met een wit konijn te zien. Het knaagdier staat hier volgens onderzoekers voor vruchtbaarheid en de witte vacht voor de puurheid en onschuld van Maria. Dat verklaart echter nog niet waarom juist tijdens Pasen een haas op de voorgrond treedt.
Herkomst van de paaseieren
In de vastentijd wordt weinig gegeten en vroeger hoopten de eieren die kippen leggen zich op. Zo ontstond de traditie om dat overschot aan eieren tijdens Pasen weg te werken. Bovendien is het ei een teken van vruchtbaarheid en nieuw leven, iets dat aansluit op het christelijke paasverhaal over de herrijzenis van Jezus uit het graf. Het verven van de eieren lijkt een overblijfsel van eerdere, voorchristelijke lentefeesten. In Iran worden ook eieren beschilderd, als aankondiging van het Iraans nieuwjaar dat in de lente wordt gevierd.
Varianten
In plaats van een haas is er een haan in Beieren, een kip in Tirol, een vos in Thüringen en in Westfalen een koekoek in Hannover.